Vandaag de dag weten en lezen we veel over opvoeding. We weten dat we beter niet kunnen dreigen met ouderwetse zinnen als ‘wacht maar tot je vader thuis komt’ of vergelijken met woorden als ‘was je maar zo lief als je zus’. Toch zijn er genoeg andere opmerkingen die we regelmatig tegen onze kinderen zeggen terwijl we ze beter kunnen vermijden. In het belang van je kind en jezelf. In dit artikel de tekst, uitleg en alternatieven voor 5 van deze opmerkingen.

1.  “Goed zo!”
Begrijp ons niet verkeerd. Positief zijn en complimenten geven hebben echt wel een toegevoegde waarde binnen de opvoeding van je kinderen maar dan wel op de juiste manier. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die worden overladen met complimenten sneller narcistische trekjes ontwikkelen. Daarnaast kan het een nadelig effect hebben als je kinderen constant complimenten geeft wanneer zij iets goed doen. Ze kunnen afhankelijk worden van jouw aanmoediging in plaats van hun eigen motivatie te ontwikkelen. Dus kunnen we algemene opmerkingen als “goed zo!” en “geweldig gespeeld!” beter vervangen door een meer specifieke opmerking over wat je kind dan zo goed deed en waarom je het goed vindt. Bijvoorbeeld “Dat was een mooie voorzet, je speelde goed samen met je team”. Beperk ze tevens tot momenten waarop ze echt gemeend en verdiend zijn.

2.  “Ah, er is niks aan de hand”
Als je kind zijn arm schaaft, valt of zijn knie stoot  en daarom moet huilen is je eerste instinct misschien om je kind gerust te stellen door te zegen dat hem niks mankeert. Maar door te zeggen ‘er is niks aan de hand’ bestaat de kans dat je het erger maakt. Ook al is de schade misschien (gelukkig) niet ernstig, je kind huilt omdat er daadwerkelijk iets aan de hand is. Namelijk hij is geschrokken of heeft zich bezeerd. Jonge kinderen moeten nog leren hoe zij hun eigen emoties kunnen herkennen en reguleren. Door de emoties van je kind te benoemen en begrip te tonen help je hem hierbij, beter dan hem alleen te garanderen dat er niks ernstigs is. Geef je kind liever een knuffel of kus en zeg iets als “Dat deed zeer aan je knie hè? Wil je er een pleister op?”.

3. “Nooit met vreemden praten”
Dit is een moeilijke boodschap voor jonge kinderen om te begrijpen. Ook al is een persoon misschien een onbekende voor je kind zal hij hem wellicht niet zien als een vreemde zolang de persoon aardig doet. Daarnaast kan het zijn dat je kind dit in noodsituaties te letterlijk neemt en daarmee de hulp van de politie of andere hulpinstanties ook afwijst. In plaats van alleen de boodschap ‘nooit met vreemden praten’ mee te geven kun je beter verschillende scenario’s aan je kind voorleggen en samen bespreken wat je dan kunt doen. Tevens is het belangrijk om je kind te leren wie er wel een veilige optie zijn om hulp aan te vragen zoals andere moeders met kinderen of politieagenten. Helaas zijn het ook niet alleen onbekenden die een gevaar kunnen vormen voor onze kinderen maar ook bekenden kunnen ongepaste dingen van je kind vragen. Leer je kind om altijd tegen jou te zeggen wanneer iemand (bekend of onbekend) hem of haar een verdrietig, angstig, verward of boos gevoel geeft.

4. “Pas op” 
Natuurlijk zijn er momenten waarop je ‘pas op’, ‘kijk uit’, of ‘doe voorzichtig’ mag en moet zeggen tegen je kind. Wanneer hij echter met inspannende dingen bezig is kun je dit beter niet roepen. Bijvoorbeeld wanneer hij op een klimrek enge dingen doet en zijn balans probeert te bewaren. In dat geval vergroot zo’n opmerking eerder de kans op een val. Het leidt hem af van wat hij aan het doen is of zorgt er mogelijk voor dat hij zelf ook bang wordt. Liever geef je jouw kind vooraf de waarschuwing om voorzichtig te zijn en specifieke aandachtspunten zoals “houd je goed vast”. Als je het op dat moment zelf eng of spannend vindt wat je kind doet kun je er beter in stilte dicht bij gaan staan om hem eventueel op te vangen of op een rustige manier behulpzame aanwijzingen geven.

5. “Laat mij je helpen”
Wanneer een kind moeite heeft met het bouwen van een hoge toren, puzzel  of iets anders zijn we vaak geneigd om (te snel )te willen helpen door het over te nemen. Maar wanneer het niet nodig is raden wij het aan om je kind het vooral zelf te laten proberen zonder ingrijpen van jou als ouder. Je kind leert op deze manier zelfstandig te worden en je kunt ermee voorkomen dat hij direct hulp vraagt zonder eerst iets zelf te proberen. Liever stel je jouw kind een aantal vragen die hem in de juiste richting sturen of helpen bij het vinden van de juiste oplossing. Bijvoorbeeld: “denk je dat het grote of het kleine blok beter onderop kan?”

Heb je een vraag over opvoeden en wil je liever een persoonlijk advies van een deskundige? Meldt je dan hier aan en dan neemt een deskundige vandaag nog contact met je op.