Slaan, bijten en schoppen, het is niet ongewoon voor jonge kinderen om in bepaalde fases van hun ontwikkeling agressief gedrag te gebruiken om hun zin te krijgen of frustraties te uiten. Wanneer het echter veel voorkomt of het de enige manier van reageren is als je kind het ergens mee oneens is, is het tijd om in te grijpen. Hoe je jouw kind kan helpen om zijn/haar agressieve gedrag te veranderen lees je in dit artikel.

Oorzaken voor agressief gedrag achterhalen

In ons artikel ‘Agressie bij kinderen’ is te lezen dat ieder mens agressief gedrag kan vertonen. Aanleg en omgevingsfactoren kunnen agressie stimuleren, wat er voor kan zorgen dat het ene kind meer agressief gedrag vertoont dan het andere. Daarnaast kan het in een bepaalde ontwikkelingsfase meer voor komen. In de fase tussen 18 maanden en twee jaar vinden kinderen het nog moeilijk om te communiceren wat hun behoeftes zijn. Slaan, bijten of schoppen kan dan een manier zijn voor een peuter om duidelijk te maken dat hij het er niet mee eens is. Bij iets oudere kinderen tussen de drie en zes jaar kan negatief gedrag de oorzaak hebben dat ze nooit geleerd hebben om op een andere manier om te gaan met moeilijke situaties. Andere oorzaken voor agressief gedrag kunnen onder andere zelfverdediging, stress, te weinig structuur, frustraties, woede, spraakproblemen, overprikkeling en oververmoeidheid zijn. Ook kunnen kinderen terugvallen op agressief gedrag na een ingrijpende gebeurtenis.

Welke factoren stimuleren agressie?

Voor je agressie kunt aanpakken is het belangrijk dat je er achter probeert te komen wat de oorzaak voor het ongewenste gedrag is. Achterhalen welke factoren agressie stimuleren bij jouw kind is de eerste stap om het te kunnen voorkomen. Je kunt er achter komen door jezelf de volgende vragen te stellen: Naar wie is mijn kind agressief? Slaat het één bepaald vriendje, alleen jou als ouder of verschillende mensen? Zie je frustraties, woede of over enthousiaste gevoelens bij je kind? Zit er een bepaald patroon in? Komt het bijvoorbeeld alleen voor als je kind speelgoed moet delen, of aan het einde van drukke dagen als hij/zij overprikkeld is? Gaat het om verbale of lichamelijke agressie? Door goed naar je kind te kijken kun je er proberen achter te komen wat het agressieve gedrag veroorzaakt.

Geef zelf het goede voorbeeld. Mag jouw kind niet slaan of schreeuwen? Doe het dan zelf ook niet. Verlaag je stem als je jouw kind corrigeert in plaats van je stem te verheffen.

Direct ingrijpen
Wanneer je ziet dat je kind een ander slaat of ander agressief gedrag vertoont, is het belangrijk om altijd direct en consequent in te grijpen. Het heeft bij jonge kinderen tot een jaar of vijf weinig zin om te vragen naar de reden van zijn/haar gedrag. Voor deze leeftijd is het nog te lastig om hun eigen gedrag te bespreken of een lange preek over ‘waarom slaan niet mag’ te begrijpen. Je kunt beter op een simpele en duidelijke manier aangeven dat het gedrag ongewenst is. Zeg bijvoorbeeld ‘Slaan, dat doen we niet, dat doet pijn’. Spreek hem/haar aan op zijn gedrag en maak het niet persoonlijk. Richt vervolgens je aandacht op het slachtoffer. Zo geef je jouw kind even de ruimte om te kalmeren. Dit kun je ook benoemen: ‘Ik wil dat je nu rustig wordt, ik ga even ‘..’ helpen, daarna wil ik dat je gestopt bent met schreeuwen/huilen’. Neem je kind liever niet apart. Zo leert hij/zij niet hoe het anders kan en wat de gevolgen van zijn/haar gedrag zijn. Probeer als je kind gekalmeerd is samen met beide kinderen te achterhalen wat er is gebeurd en help je kind vervolgens om op een juiste manier te reageren of een andere oplossing te bedenken. NB: als je kind zichzelf niet kan kalmeren kun je beter wel met het slachtoffer op een (afhankelijk van de leeftijden) gepaste afstand gaan staan.

Benoem en toon begrip voor gevoelens

Jonge kinderen begrijpen hun eigen gevoelens nog niet altijd of weten niet hoe zij deze op een acceptabele manier kunnen uiten. Toon begrip voor de gevoelens van je kind. Vertel hem/haar bijvoorbeeld dat je snapt dat het niet leuk is als iemand zijn/haar speelgoed afpakt, afpakken mag niet maar slaan mag ook niet. De gevoelens die je kind heeft mogen er altijd zijn (allemaal) maar niet elk gedrag wat daar uit voortkomt mag er zijn.

Laat de gevolgen van het gedrag zien

Laat zien wat er gebeurd met de ander als je kind agressief is. De ander wordt bijvoorbeeld bang, verdrietig of ook boos. Je kunt je kind in dat geval verantwoordelijkheid helpen nemen door hem/haar een koud doekje of glaasje water te laten halen en sorry te laten zeggen.

Stimuleer andere oplossingen

Help je kind om een andere oplossing voor het probleem of conflict te bedenken. En laat hem/haar dit alternatieve gedrag uitproberen. Zo leer je jouw kind dat er andere manieren zijn dan agressie om moeilijke situaties aan te pakken. Geef daarnaast complimenten als je kind op een juiste manier omgaat met frustraties of conflicten. Benoem wat je goed vind en laat zien wat dat gedrag oplevert.

Geef het goede voorbeeld

Geef zelf het goede voorbeeld. Mag jouw kind niet slaan of schreeuwen? Doe het dan zelf ook niet. Verlaag je stem als je jouw kind corrigeert in plaats van je stem te verheffen. Je kunt benoemen : ik ben ook wel eens boos, wet je wat ik dan doe? Dan zeg ik ‘Ik ben boos’ en dan loop ik even weg. Leer je kind dat hij/zij ‘nee’ mag zeggen tegen anderen en dat hij kan aangeven ‘dat wil ik niet’ ‘dit is van mij’ of ‘stop, hou op’ in plaats van te gaan slaan, bijten of schoppen.

Tot slot kan het helpen om jouw aanpak te delen met school, kinderopvang of andere verzorgers. Wanneer de juf en oppas op dezelfde manier reageren op agressief gedrag weet je kind dat het gedrag niet geaccepteerd wordt en leert hij ook in andere situaties op een gewenste manier met problemen om te gaan.

Heb je een vraag over opvoeden en wil je liever een persoonlijk advies van een deskundige? Meld je dan hier aan en dan neemt een deskundige vandaag nog contact met je op.