Vriendschappen tussen kinderen zijn er op alle leeftijden en in diverse vormen. Van hartsvriendinnen, beste voetbalmaatjes en klasgenootjes tot ‘dat onaardige kindje van de BSO’. Maar wat als je het gevoel hebt dat een bepaald vriendje/vriendinnetje, om wat voor reden dan ook, niet zo goed is voor jouw kind? En je liever niet hebt dat jouw kind met hem of haar om gaat? Heb je het recht je ermee te bemoeien of laat je jouw kind zijn eigen keuze maken? Wij geven tips en uitleg.

Het belang van (verschillende) vriendschappen

Sociale contacten en vriendschappen zijn voor kinderen erg belangrijk en nuttig voor zijn/haar ontwikkeling. Kinderen leren er sociale vaardigheden mee, zoals je in een ander verplaatsen, ruzie maken, onderhandelen en excuses aanbieden. Ook leren ze contact te maken en minstens zo belangrijk contacten te onderhouden. Kinderen krijgen er mensenkennis van, ze leren dingen met anderen te delen en te bespreken. Tevens leren ze voor zichzelf op te komen.

Jonge kinderen hebben op al deze gebieden nog veel lessen te leren. Namelijk: wanneer is iemand een echte vriend? Wat wil/verwacht ik van een vriend en wat willen ze van mij? Er zijn verschillende soorten vriendschappen. Daarnaast kunnen vriendschappen in de loop der tijd veranderen. Tot slot ervaren ze dat vriendschappen komen en (kunnen) gaan. Naast dat het je kind dus helpt om zich te ontwikkelen tot een sociaal en geliefd medemens, leren sociale contacten en vriendschappen je kind ook veel over zichzelf. Wie ben ik, wat wil ik, wat vind ik leuk en wat niet?

De invloed van (verkeerde) vrienden

Vanaf ongeveer het vierde levensjaar ontstaat bij kinderen de behoefte aan vriendschappen. Rond deze leeftijd worden vriendschappen vooral gesloten als de ander van dezelfde activiteiten houdt en zij elkaar veel zien. Iets later in de ontwikkeling, zo rond de zes/zeven jaar worden overeenkomsten in waarde en houding belangrijker in vriendschappen. Bijvoorbeeld kinderen die wat meer risico’s nemen zoeken andere avonturiers op en hetzelfde geldt voor de meer rustige afwachtende kinderen. Begrip voor elkaar en gedeelde interesses worden steeds belangrijker vanaf ongeveer het achtste jaar. Het kind gaat dan meer op zijn gevoel af bij het sluiten van vriendschappen dan op praktische overwegingen.

Sociale contacten en vriendschappen zijn voor kinderen erg belangrijk en nuttig voor zijn/haar ontwikkeling. Kinderen leren er sociale vaardigheden mee, zoals je in een ander verplaatsen, ruzie maken, onderhandelen en excuses aanbieden.

Vriendschap vervult een behoefte

Soms lijkt een vriendschap tussen kinderen niet helemaal gelijkwaardig of goed voor een kind. Bijvoorbeeld als je het gevoel hebt dat een ander kind de baas speelt en over jouw kind domineert. Als een ander kind jouw zoon/dochter ertoe zet dingen te doen die hij of zij niet wil of niet goed voor hem zijn. Of als zij samen constant in de problemen komen. Een bekend spreekwoord luidt: waar je mee omgaat word je mee besmet. Oftewel: de ander heeft een slechte invloed op jouw kind. Maar kinderen zoeken zelf ook contact met anderen vanuit bepaalde behoeftes. De behoefte om ergens bij te horen, geaccepteerd te worden en invloed te hebben. Je ziet wel vaker dat onzekere kinderen contact zoeken met een stoerder kind om zich aan op te kunnen trekken of aan te spiegelen. Wanneer je het gevoel hebt dat een ander kind niet goed is voor jouw zoon/dochter om mee om te gaan kun je misschien nagaan vanuit welke behoefte jouw kind contact heeft met dit andere kind. Ook al lijken vriendschappen soms niet het beste in je kind naar boven te brengen vinden zij hier in vaak zelf hun weg en groeien ze daardoor.  Tevens leren kinderen veel van tegenslagen en verkeerde inschattingen. Ook al doet het natuurlijk verdriet worden ze er uiteindelijk sterker van.

Wat kun je als ouder doen en wat beter niet?

–  Het is belangrijk om je te realiseren dat je niet kun bepalen met wie je zoon of dochter vrienden wordt. Je kunt tot een bepaalde mate (en leeftijd) wel bepalen in welke kringen je kind komt en met welke kinderen het in aanraking komt.

–  Als het om de keuze voor vriendschappen gaat kun je als ouder beter op de achtergrond blijven. Laat ze hun eigen ontdekkingen doen, hun eigen keuzes maken en hun weg daarin vinden.

–  Uiteraard mag je wel ingrijpen als een vriendschap echt schadelijk is voor jouw kind. Maar dat komt in werkelijkheid niet heel vaak voor.

–  Steun je kind te allen tijden, ook als het met de ‘foute vriend’ blijft omgaan. Geef je mening en advies als hij hierom vraagt. Pas op met oordelen,verwijten of afkeuring. Verbieden werkt vaak juist averechts. Zorg dat je er voor hem/haar bent , hierdoor behoudt en creëer je een bepaalde openheid en eerlijkheid, waardoor je kind sneller geneigd zal zijn bij problemen ook om jouw hulp te vragen.

–  Praat samen over de betekenis van vriendschappen. Je kunt onderwerpen als gelijkwaardigheid, iets voor een ander over hebben en de vraag ‘wanneer is iemand een leuke vriend’ bespreken. Vraag hoe jouw kind hier over denkt. Je kunt dit algemeen houden en er bewust voor kiezen geen namen van andere kinderen te gebruiken in dit soort gesprekken. Je kind zal er vanzelf over gaan nadenken.

–  Tot slot kun jij je zorgen maken om een foute vriend of vriendin, terwijl vriendschappen op jonge leeftijd nogal eens wisselen. Wat nu een nieuwe beste vriend lijkt kan over een maand ineens een ‘stom kind’ zijn in de ogen van je zoon/dochter.

Heb je meer tips nodig of wil je een persoonlijk opvoedadvies? Neem dan contact op en een pedagoog denkt met je mee.