Vaak begin ik een training of lezing met de vraag: waar denkt u aan bij hoogbegaafdheid? De meest gegeven antwoorden zijn dan bijvoorbeeld een hoog IQ, slim, goed kunnen leren, kinderen die alles weten over het heelal of dinosaurussen.
Natuurlijk klopt dat hoge IQ. Er wordt vanuit gegaan dat vanaf een IQ van 130 je iemand hoogbegaafd mag noemen, maar: hoogbegaafdheid is meer dan alleen een hoog IQ. Zelf maak ik altijd een onderscheid tussen slimme kinderen en hoogbegaafde kinderen.

Verschil tussen slim en hoogebegaafd

Bij hoogbegaafde kinderen speelt namelijk meer mee dan alleen maar dat hoge IQ. Hoogbegaafd ben je vanaf je geboorte en het gaat niet meer over. Wel kunnen er omstandigheden zijn waardoor hoogbegaafdheid meer of minder ‘zichtbaar’ is.
Ongeveer 2,5% van de bevolking is hoogbegaafd. Maar wat is dat dan: hoogbegaafdheid? Een, naar mijn mening, heldere definitie van hoogbegaafdheid is: ‘Een hoogbegaafde is een snelle en slimme denker die complexe zaken aankan. Autonoom, gedreven en nieuwsgierig van aard. Een sensitief en emotioneel mens, intens levend. Hij of zij schept plezier in creëren.'(Definitie tot stand gekomen op het symposium ‘Hoogbegaafd. Dat zie je zo! november 2007)
Naast het hoge IQ is er sprake van snel en creatief denken en een bepaalde gedrevenheid. Ook krijgt het sensitieve, de prikkelgevoeligheid, een plekje in deze definitie. Juist deze gevoeligheden vallen bij hoogbegaafde kinderen op, soms nog meer dan hun hoge IQ.

Lees de blog van orthopedagoog Elles hier verder.