Claimgedrag komt bij alle kinderen in meer of mindere mate voor. Bij kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar komt claimend gedrag veel voor. Het kind moet in deze fase nog emotioneel zelfstandig worden en als ouder moet je nog de balans vinden tussen toegeven en grenzen stellen. Als kinderen merken dat hun ouders veel doen om het hen naar de zin te maken, gaan ze steeds meer van hen verwachten en eisen. Dit kan leiden tot extreem claimgedrag… Wat zijn de oorzaken en wat zijn de oplossingen? Lees het in deze blog.

Oorzaken
Elk kind geniet van de aandacht van ouders. Het kind voelt zich er fijn bij en wil deze aandacht graag zo lang mogelijk vasthouden. Hoe meer hulp je als ouder biedt bij dingen die het kind zelf al kan (maar geen zin in heeft). Hoe eerder je hem daarbij helpt hoe meer je kind van de ouder gaat eisen. Het gevolg is claimend gedrag.

Extreem claimgedrag kan ook voorkomen in afstandelijke of drukke opvoedingsomgeving. In deze situatie is er te weinig aandacht voor de behoeften van een kind. Het kind laat claimend gedrag zien omdat het elke kans grijpt om aandacht en de ouder handelt uit schuldgevoel vaak heel inconsequent.

Hoe herken je claimgedrag? Meestal is je kind bij anderen wel emotioneel zelfstandig als je niet aanwezig bent, maar zodra jij er weer bent verandert dit gedrag. Klampt zich aan de ouder vast en wil alles met de ouders doen.

Claimgedrag en emotionele zelfstandigheid hebben invloed op elkaar. Leer je kind van jongs af aan in kleine stapjes dat het emotioneel moeilijke dingen zelf ook kan oplossen.

Oplossingen
Als ouders is het belangrijk om structuur te hebben in het geven van aandacht. Hoe regelmatiger jij je kind aandacht geeft, des te eerder je kind leert in de tussentijd zichzelf vermaken. Wees duidelijk naar je kind wanneer je tijd en aandacht hebt en wanneer niet.

Claimgedrag en emotionele zelfstandigheid hebben invloed op elkaar. Leer je kind van jongs af aan in kleine stapjes dat het emotioneel moeilijke dingen zelf ook kan oplossen. Bijvoorbeeld door je kind te stimuleren om zelf te spelen door hem alleen maar even op weg te helpen. Kortom, bescherm je kind tegen stemmingsdip maar moedig hem aan de eigen dips te overwinnen.

Reageer consequent en liefdevol maar wel met grenzen als je kind het emotioneel moeilijk heeft. Bouw je beschermende houding langzaam af door bijvoorbeeld tegen je kind te zeggen: “Je mag wel naast me zitten, maar nu even niet op me”. Geef vervolgens een compliment als hij doet wat je zegt.