In bijna alle gezinnen met twee of meer kinderen komt het voor, ruzie tussen broers en zussen. Ze schelden elkaar uit, treiteren en slaan elkaar of vliegen elkaar letterlijk in de haren. Thuis ruzie maken met je broer of zus is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. In deze blog vertellen we waarom en hoe je als ouders moet omgaan met deze eeuwige strijd.

Kinderen leren in de relatie met hun broers en zussen zich met anderen te vergelijken en zo hun eigenheid te ontwikkelen. Daarbij hoort het dat je soms jaloers bent op de ander, dat je soms intensief met elkaar omgaat en dan weer afstand neemt van elkaar. Ruzies tussen broers en zussen is een goede manier om kinderen te leren omgaan met verschillen van meningen, karakter en belangen. Tenminste als ouders deze ruzie op een goede manier begeleiden. Als kinderen dit nu goed leren, hebben ze daar hun hele leven lang profijt van.

Rivaliteit is biologisch gegeven

De rivaliteit tussen broers en zussen is een biologisch gegeven. Vaak gaat de strijd om aandacht van de ouders. Kinderen zijn afhankelijk van hun ouders en willen graag zorg, aandacht en liefde. Als er broers of zussen zijn dan moet je deze aandacht delen en daar moet je als kind mee leren omgaan. Thuis is een veilige plek om te oefenen in het opkomen voor hun belangen. Vriendjes en vriendinnetjes kunnen ze kwijt raken na een heftige ruzie, maar broertjes en zusjes blijven. Kinderen leren daarmee ruzies op te lossen, ze moeten wel, want broer en zus ben je voor het leven.

Valkuil 1: onbewust een kant kiezen

Ouders hebben zelf de grootste rol in de rivaliteit van kinderen. Ouders doen dit onbewust door vaak een kant te kiezen. Als Tom bijvoorbeeld zijn kamer heeft opgeruimd, dan zeggen ouders vaak: ‘Kijk eens Lotte, hoe goed Tom zijn kamer heeft opgeruimd’. Als ouder denk je dan dat je Tom een complimentje geeft en dat Lotte dan eerder haar kamer gaat opruimen. In werkelijkheid benadruk je de rivaliteit tussen de kinderen. Sommige ouders proberen een ruzie te stoppen door een oplossing op te dragen. Voor veel kinderen voelt het dan alsof de ouders partij kiezen, waardoor de rivaliteit juist wordt versterkt.

Valkuil 2: ouders mengen zich in de ruzie

Bij ruzies tussen de kinderen zijn ouders snel geneigd om te zeggen ‘hou is op met dat geschreeuw’ en ze mengen zich daardoor in de ruzie. Maar dat werkt juist averechts, het conflict is daarmee niet opgelost en gaat daarmee onbewust verder. Het is belangrijk om je kinderen het probleem uit te leggen en de gevoelens te benoemen. Bijvoorbeeld door te zeggen “Milan speelt nu met de speelgoedauto en Stijn wil ook, maar er is meer één auto. Dat is een problem, maar ik weet zeker dat jullie dit probleem samen kunnen oplossen”. Milan en Stijn moeten dan eerst samen een oplossing verzinnen, als dat is gelukt geeft ze dat allebei een goed gevoel.

Lorem Ipsum is simply dummy text of the printing and typesetting industry. Lorem Ipsum has been the industry’s standard dummy text ever since the 1500s, when an unknown printer took a galley of type and scrambled it to make a type specimen book.

Waar ligt de grens?

In de twee bovenstaande voorbeelden geven we het advies om kinderen zelf de problemen op te laten lossen. Het betekent natuurlijk niet dat je dan alles moet tolereren. Als ze elkaar gaan uitschelden of slaan, dan is het tijd om in te grijpen. Als ouder is het belangrijk om grenzen te stellen en te bepalen wat in een ruzie wel en niet is toegestaan. Waar je precies de grens trekt, bepaal je natuurlijk zelf. Wat de ene ouder wel vindt kunnen, vindt de ander van niet. Maak in ieder geval duidelijke afspraken met je kinderen over wat ze wel mogen en niet mogen. Bepaal ook wel consequenties er zijn als ze zich niet aan deze afspraken houden. Wees ook consequent in het toepassen van deze consequenties, zo weten de kinderen wat ze kunnen verwachten en ook dat er geen verschil wordt gemaakt.

Tips om als ouders om te gaan met de ruzie

1. Benoem wat je ziet dat er gebeurt (de feiten, niet wat je vermoedt dat er aan de hand was voor je erbij kwam), plus de gevolgen: ‘Ik zie dat jij slaat. Slaan doet pijn, dat doen we hier niet.’

2. Stel vast wat de behoefte van beide kinderen is. Meestal kun je het zien, soms helpt het door kort te vragen. Zodra je de situatie snapt, kap je de verhalen af. ‘Stop maar, ik hoor het al, jullie willen allebei op de computer spelen en dat gaat niet.’

3. Vraag de kinderen hoe het opgelost kan worden. Laat het ze zelf verzinnen (‘Hoe kunnen we dit oplossen, wat kunnen we doen?’) en help als het nodig is (‘Jullie kunnen om de beurt gaan, of samen een spel doen).

4. Beloon zodra het ze lukt om zonder ruzie te spelen en als ze de ruzie opgelost hebben (al dan niet zelf).

Overige tips:

  • Geef je kinderen ook aandacht als ze wel leuk aan het spelen zijn in plaats van alleen als er ruzie is. Zo leer je dat negatief gedrag en huilen geen aandacht opleveren maar positief gedrag en leuk samen spelen wel.
  • Geef jezelf inzicht of je de aandacht tussen je kinderen voldoende verdeeld. Geef ze elke dag individuele aandacht.
  • Geef zelf het goede voorbeeld. Dat betekent duidelijk en redelijk zijn. Laat je niet verleiden om mee te doen aan het welles-nietes spelletje of door ook gaan te schreeuwen.
  • Maken je kinderen opeens veel meer ruzie dan normaal? Dan is er misschien meer aan de hand. Dan is er vaak een probleem wat niet is opgelost. Ga hierover in gesprek met je kinderen en benoem dat het je opvalt dat ze laatste tijd meer ruzie maken en vraag naar de kinderen hoe ze dit willen oplossen.